Les uit de Brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Korintiërs (2, 11: 19-23; 12: 1-9)
Gij verdraagt toch zo gemakkelijk de dwazen, omdat gij o zo wijs zijt! Gij verdraagt het immers, als men u tiranniseert, als men u uitzuigt en beetneemt, als men verwaand is, en u in het aangezicht slaat. Ik moet het tot mijn schande bekennen: daartoe zijn wíj te zwak geweest! Maar voor de rest – ik spreek in onverstand – wat een ander aandurf, dat durf ik ook. Zij zijn Hebreën? Ik ook. Zij zijn Israëlieten? Ik ook. Zij zijn Abrahams zaad? Ik ook. Zij zijn dienaars van Christus? Ik spreek als een onwijze: Ik veel meer; in zwoegen veel meer, in gevangenschappen veel meer, in slagen overvloedig, in doodgevaren heel vaak. Moet er geroemd worden, al dient het nergens toe, dan kom ik nu aan de visioenen en openbaringen des Heren. Ik ken een mens in Christus, die veertien jaar geleden naar de derde hemel is weggevoerd, in het lichaam: ik weet het niet, of buiten het lichaam: ik weet het niet, God weet het. En ik weet van dien mens, dat hij in het Paradijs is opgenomen, - in het lichaam of buiten het lichaam: ik weet het niet, God weet het; en dat hij onuitsprekelijke woorden hoorde, die een mens niet nazeggen kan. Over hem zal ik roemen; over mijzelf zal ik het niet doen, dan alleen in mijn zwakheden. Maar al wilde ik ook roemen, toch was ik geen dwaas, omdat ik de waarheid spreek; maar ik doe het niet, opdat niemand meer van mij denken zal, dan wat hij van mij ziet of hoor, zelfs niet op grond van buitengewone openbaringen. En opdat ik hierop niet ijdel zou worden, is mij een doorn in het vlees gestoken: een engel van Satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik niet hoogmoedig zou worden. Tot driemaal toe bad ik den Heer, dat hij zou weggaan van mij. Maar hij heeft mij gezegd: “Mijn genade is u genoeg; want juist bij zwakheid komt de Kracht tot haar recht!” Het liefst zal ik dus op mijn zwakheden roemen, opdat de kracht van Christus in mij mag wonen. Het Heilig Evangelie volgens Lukas (8: 4-15) Toen er eens een grote menigte bijeen was, daar men uit alle steden naar Hem was toegestroomd, sprak Hij in een gelijkenis: De zaaier ging uit, om zijn zaad te zaaien. En onder het zaaien viel een gedeelte langs de weg; het werd vertrapt, en de vogels uit de lucht pikten het op. Een ander gedeelte viel op de rots; even kwam het op, maar verdorde, omdat het geen vocht had. Een ander gedeelte viel tussen de doornen; en de doornen schoten mede op, en verstikten het. Een ander gedeelte viel op de goede aarde; het schoot op, en droeg honderdvoudige vrucht. Na deze woorden riep Hij uit: Wie oren heeft, om te horen, hij hore. Zijn leerlingen vroegen Hem naar de zin der gelijkenis. Hij sprak: U is het gegeven, de geheimen te kennen van het koninkrijk Gods, maar tot de overigen wordt in parabels gesproken; opdat ze zouden zien en niet inzien, zouden horen en niet verstaan. Dit is de zin der gelijkenis: Het zaad is Gods woord. Het zaad langs de weg zijn zij, die het woord wel horen; maar dan komt de duivel en neemt het weg uit hun hart, opdat ze niet zouden geloven en worden gered. Het zaad op de rots zijn zij, die het woord met vreugde aanvaarden, zodra ze het horen, maar die geen wortel hebben geschoten; een tijd lang geloven ze wel, maar in de tijd der beproeving vallen ze af. Het zaad, dat tussen de doornen valt, zijn zij, die wel hebben geluisterd, maar die gaandeweg door de zorgen, de rijkdom en de genoegens van het leven zich laten verstikken, en nooit tot rijpheid komen. Maar het zaad, dat in de goede aarde valt, zijn zij, die met een goed en edel hart het woord vernemen, het aanvaarden, en het vrucht doen dragen door te volharden.
0 Opmerkingen
Les uit de brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Kolossenzen (3: 12-17)
Bekleedt u dan, als Gods uitverkoren heiligen en geliefden, met innige barmhartigheid, met goedheid, ootmoed, zachtheid en lankmoedigheid. Weest verdraagzaam jegens elkander en vergeeft elkander, als gij over elkaar hebt te klagen; zoals de Heer ú heeft vergeven, zo moet ook gij het doen. Trekt over dit alles de liefde aan, die de band is der volmaaktheid. In uw harten heerse ook de vrede van Christus; want daartoe zijt gij tot één lichaam geroepen. Weest dankbaar bovendien! Moge Christus’ woord in u wonen in rijke overvloed! Leert en vermaant elkander met allerlei wijsheid! Looft God in uw harten op lieflijke wijze, met psalmen, gezangen en geestelijke liederen. En al wat gij doet, door woord of door daad, doet het in de naam van Jezus, den Heer, en betuigt dan door Hem aan God den Vader uw dank! Het Heilig Evangelie volgens Lukas (2: 42-52) En toen Hij twaalf jaar oud was geworden, trokken ze weer naar Jeruzalem op, zoals dit voor het feest gebruikelijk was. Maar toen ze na afloop der feestdagen terugkeerden, bleef het Kind Jezus te Jeruzalem acht. Zijn ouders bemerkten het niet, maar meenden, dat Hij Zich onder het reisgezelschap bevond; ze reisden dus de hele dag voort, en zochten Hem toen onder familie en bekenden. Maar toen ze Hem niet vonden, gingen ze Hem zoeken, en keerden naar Jeruzalem terug. Na drie dagen vonden ze Hem in de tempel, terwijl Hij te midden der leraars zat, naar hen luister en hen ondervroeg; allen, die Hem hoorden, waren verbaasd over zijn schranderheid en over zijn antwoorden. Ze stonden versteld van dat schouwspel. Maar zijn moeder zei tot Hem: Mijn Kind, waarom hebt Gij ons dit aangedaan? Zie, uw vader en ik zoeken in doodsangst naar U. Hij sprak tot hen: Waarom hebt gij Mij gezocht? Wist gij dan niet, dat Ik in het huis van mijn Vader moet zijn? Maar ze begrepen niet, wat Hij tot hen sprak. Nu ging Hij met hen naar Nazaret terug. En Hij was hun onderdanig. Zijn moeder bewaarde dit alles in haar hart. En Jezus nam toe in wijsheid en jaren, en in welgevallen bij God en de mensen. Les uit de Handelingen der Apostelen (4: 8-12)
Nu sprak Petrus, vervuld van den Heiligen Geest, hen toe: Oversten van het volk, en oudsten! Wanneer we heden gerechtelijk worden verhoord over een weldaad, aan een gebrekkig mens bewezen, en over het middel waarover hij genas, dan zij het u allen en heel het volk van Israël bekend, dat deze man gezond hier voor u staat door de naam van Jezus Christus van Nazaret, dien gij hebt gekruisigd, maar dien God heeft opgewekt uit de doden. Hij is “de steen, die gij, de bouwlieden, hebt verworpen; en Hij is de hoeksteen geworden.” Bij niemand anders is er redding. Want onder de hemel is geen andere Naam aan de mensen gegeven, waardoor we zalig moeten worden. Het Heilig Evangelie volgens Lukas (2: 21) Toen de acht dagen voorbij waren, die zijn besnijdenis vooraf moesten gaan, ontving Hij de naam Jezus, die de engel Hem reeds had gegeven, eer Hij in de moederschoot was ontvangen. Les uit de Brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Galaten (4: 1-7)
Dit stel ik vast: Zolang de erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van den slaaf, ook al is hij heer van alles; maar hij staat onder voogden en beheerders tot aan de tijd, die door zijn vader is bepaald. Zó ook waren wij, toen we nog onmondig waren, als slaven onderworpen aan de leerbeginselen der wereld. Maar toen de volheid van de tijd was gekomen, heeft God zijn eigen Zoon gezonden, die uit een vrouw werd geboren, en die geboren werd onder de Wet, opdat Hij alles zou loskopen, die staan onder de Wet, en wij het kindschap zouden beërven. En het bewijs, dat gij kinderen zijt: God heeft den Geest van zijn Zoon in onze harten gezonden, en Deze roept: Abba, Vader! Ge zijt dus geen slaaf meer, maar kind; zijt ge kind, dan zijt ge ook erfgenaam, dank zij god. Het Heilig Evangelie volgens Lukas (2: 33-40) Zijn vader en moeder stonden verbaasd over wat er van Hem werd gezegd. Simeon zegende hen, en sprak tot Maria, zijn moeder: Zie, Hij is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël, en tot een teken van tegenspraak; en een zwaard zal ook uw eigen ziel doorboren. Zo moeten de gedachten van veler harten worden ontsluierd. Ook was er een profetes, Anna, de dochter van Fanoeél, uit de stam van Aser. Zij was hoogbejaard. Na haar jeugd was zij zeven jaar gehuwd geweest; nu was zij een weduwe van vier en tachtig jaar. Nooit verliet zij de tempel, maar diende God dag en nacht onder vasten en bidden. Juist op dat ogenblik kwam ook zij naderbij; ook zij loofde God, en sprak over het Kind met allen, die Jeruzalems verlossing verwachtten. En toen ze alles volgens de Wet des Heren hadden volbracht, keerden ze naar Galilea terug, en naar Nazaret, hun woonplaats. Het Kind groeide op, en nam in krachten toe; Het werd van wijsheid vervuld, en Gods genade rustte op Hem. Les uit de Brief van de Heilige Apostel Paulus aan Titus (2: 11-15)
Want Gods genade is verschenen, redding brengend aan alle mensen. Zij voedt ons op om goddeloosheid te verzaken en wereldse begeerlijkheid; om ingetogen, rechtschapen, godvruchtig in deze wereld te leven; om de zalige hoop te verwachten en de openbaring der glorie van onzen groten God en Zaligmaker Christus Jezus. Hij heeft zich voor ons gegeven, om ons van alle ongerechtigheid te verlossen, en ons te reinigen als zijn eigen volk, vol van ijver in goede werken. Zó moet ge spreken, vermanen en straffen met vollge gezag; niemand mag minachtend op u neerzien. Het Heilig Evangelie volgens Lukas (2: 1-4) In die dagen nu verscheen er een besluit van keizer Augustus, om een volkstelling over heel de wereld te houden. Deze volkstelling had plaats, eer Quirínius landvoogd van Syrië was. Allen gingen op ruis, om zich aan te geven, ieder naar zijn eigen stad. En daar Jozef uit het huis en het geslacht van David was, vertrok ook hij uit Galilea, uit de stad Nazaret, naar Judea naar de stad van David, Betlehem geheten, om zich aan te geven met Maria, zijn verloofde vrouw, die in gezegende omstandigheden was. Terwijl ze daar waren, brak de tijd van haar moederschap aan; zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken, en legde Hem neer in een kribbe; want in het nachtverblijf was voor hen geen plaats. Nu waren er herders in die streek, die in het open veld overnachtten, en hun kudde bewaakten. Eensklaps stond er voor hen een engel des heren, en de glorie des Heren omstraalde hen; een hevige vrees greep hen aan. Maar de engel sprak tot hen: Vreest niet; want ziet, ik verkondig u een grote vreugde, die voor het volk is bestemd. Heden is u in de stad van David een Verlosser geboren, Christus de Heer! Dit zal u heteken zijn: gij zult een Kindje vinden, dat in doeken is gewikkeld, en in een kribbe ligt. En plotseling was de engel door een hemelse legereschare omringd; ze loofden God, en zeiden: Glorie aan God in den hoge, en vrede op aarde onder de mensen van goede wil! Les uit de brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Korintiërs (1, 4: 1-5)
Men moet ons zonder meer als dienaars van Christus beschouwen, en beheerders van Gods geheimenissen. Welnu, van de beheerders wordt slechts gevorderd, dat ze trouw worden bevonden. En dán is er mij weinig aan gelegen, of ik door u of een menselijk gericht word geoordeeld. Ja, ik oordeel mezelf niet eens; want wel ben ik mezelf niets bewust, maar daardoor ben ik niet gerechtvaardigd. De Heer is het, die mij oordeelt. Daarom, oordeelt niet vóór de tijd, niet voordat de Heer komt, die zowel de verborgenheden der duisternis aan het licht zal brengen, als de bedoelingen der harten openbaren. En dan zal een ieder lof ontvangen van God. Het Heilig Evangelie volgens Lukas (3: 1-6) In het vijftiende regeringsjaar van keizer Tibérius, toen Pontius Pilates landvoogd was van Judea, Herodes viervorst van Galilea, zijn broer Filippus viervorst van Iturea en het gewest Trachonitis, en Lysánias viervorst van Abilene, onder den hogepriester Annas en Kálifas, kwam Gods woord tot Johannes, den zoon van Zakarias, in de woestijn. Toen trad hij op in heel de omtrek van de Jordaan, en preekte een doopsel van boetvaardigheid tot vergiffenis der zonden; zoals geschreven staat in het boek der voorspellingen van den profeet Isaias: “De stem van een roepende in de woestijn. Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden. Elk ravijn zal worden gedempt, iedere berg en hevel worden geslecht; De kronkelpaden zullen recht, de oneffene wegen effen worden. En alle vlees zal zien Gods heil.” Les uit de brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Romeinen (13: 11-14) Bovendien, gij weet, dat het tijd is, en dat het uur is geslagen, om op te staan uit de slaap; want thans is het heils ons meer nabij, dan toen we het geloof hebben omhelsd. De nacht is ver gevorderd, de dag breekt aan. Laat ons dus afleggen de werken der duisternis, en ons omgorden met de wapenen van het licht. Laat ons dus onberispelijk leven, zoals we dit doen op klaarlichte dag; niet in brasserij en dronkenschap, niet in ontucht en losbandigheid, niet in twist en ijverzucht. Maar omkleedt u met den Heer Jezus Christus, en vertroetelt het vlees niet tot begeerlijkheid. Het Heilig Evangelie volgens Lukas (21: 25-33)
En er zullen tekenen zijn in zon en maan en sterren, en op de aarde doodsangst onder de volken, radeloos door het donderend geweld van de zee en de golven. De mensen zullen verstijven van vrees en bange verwachting, van wat de wereld gaat overkomen; want de krachten der hemelen zullen worden geschokt. Dan zullen ze den Mensenzoon op en een wolk zien komen, met grote macht en majesteit. Welnu, wanneer dit alles een aanvang gaat nemen, blikt op dan, en heft uw hoofden omhoog; want uw verlossing is nabij. En hij stelde hun een gelijkenis voor: Ziet naar de vijgeboom en alle andere bomen; zodra gij ze ziet uitbotten, dan weet gij ook, dat de zomer nabij is. Zo ook, wanneer gij dit alles ziet, weet dan, dat het koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht gaat niet voorbij, vóórdat dit alles is geschied. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan. |
Archieven
May 2022
Categorieën
All
|