Les uit de Brief van de Heilige Apostel Petrus (1, 2: 11-19) Geliefden, ik vermaan u, als pelgrims en vreemdelingen, u verre te houden van de vleselijke lusten, die altijd voeren tegen de ziel. Leidt onder de heidenen een voorbeeldig leven, opdat zij uw wandel, waarover ze thans u als boosdoeners lasteren, uit uw goede werken zullen leren kennen op de dag der bezoeking, en dan glorie zullen brengen aan God. Weest onderdanig aan ieder menselijk gezag om ‘s Heren wil: aan den koning als opperheer: aan de landvoogden als zijn gezanten, om de boosdoeners te straffen en de goeden te prijzen. Want het is de wil van God, dat gij, door het goede te doen, het onverstand van domme mensen tot zwijgen brengt. Doet het als vrije mannen; niet als mensen, die de vrijheid als een dekmantel der boosheid gebruiken, maar als dienstknechten Gods. Houdt alle mensen in ere, hebt de gemeenschap lief; vreest God, eert den koning! Gij slaven, weest onderdanig aan uw meesters met alle ontzag, niet alleen aan de goede en vriendelijke, maar ook aan de lastige. Want dit is een welgevallige daad, wanneer met uit gewetensplicht tegenover God het leed verdraagt, dat men onverdiend moet lijden.
Vervolg van het Heilig Evangelie volgens Johannes (16: 16-22) Een weinig tijds, en gij ziet Mij niet meer; en weer een weinig tijds, dan zult gij Mij terugzien. Sommigen zijner leerlingen zeiden tot elkander: Wat betekent toch, wat Hij ons zegt: Een weinig tijds, en gij ziet Mij niet meer; en weer een weinig tijds, dan zult gij Mij terugzien; en: Ik ga heen naar den Vader? Ze zeiden dus: Wat bedoelt Hij toch met: een weinig tijds? We weten niet, waarover Hij spreekt. Jezus begreep dat ze Hem wilden ondervragen; en Hij sprak tot hen: Vraag gij u onder elkander af, wat Ik zeide: Een weinig tijds, en gij ziet Mij niet meer; en weer een weinig tijds, dan zult gij Mij terugzien? Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Gij zult wenen en jammeren, maar de wereld zal zich verheugen; gij zult overstelpt zijn van droefheid, maar uw droefheid zal in vreugde verkeren. De vrouw in barensnood heeft smart, omdat haar uur is gekomen; maar wanneer zij het kind heeft gebaard, dan denkt zij. Niet meer aan haar weeën, van blijdschap, dat er een mens is geboren. Ook gij zijt nu wel bedroefd, maar Ik zal u weerzien; en dan zal uw hart zich verblijden, en niemand zal u deze vreugde ontnemen.
0 Comments
Les uit de Brief van de Heilige Apostel Johannes (1, 5: 4-10)
Want wat uit God is geboren, overwint de wereld. En dit is de overwinning, die zegepraalt over de wereld: ons geloof! Wie anders toch is overwinnaar der wereld, dan hij die gelooft, dat Jezus de Zoon is van God? Hij is het, die gekomen is door Water en Bloed: Jezus Christus; niet door Water alleen, maar door Water en Bloed. Ook de Geest legt getuigenis af; want de Geest is waarheid. Zodat er drie zijn, die getuigenis afleggen (in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn één. En drie zijn er, die getuigenis afleggen op de aarde: ) de Geest, het Water en het Bloed; en deze drie zijn eenstemmig. Wanneer we de getuigenissen van mensen aanvaarden, de getuigenis van God heeft groter gezag; omdat het is een getuigenis van God, en omdat Hij getuigenis aflegt over zijn eigen Zoon. Wie in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis Gods in zich. Wie God niet gelooft maakt Hem tot leugenaar; want dan gelooft hij niet in de getuigenis, die God heeft gegeven over zijn eigen Zoon. Vervolg van het Heilig Evangelie volgens Johannes (20: 19-31) In de avond van diezelfde dag, de eerste dag der week, toen de deuren van het huis, waar de leerlingen zich bevonden, uit vrees voor de joden waren ze gesloten, kwam Jezus binnen, plaatste Zich in hun midden, en sprak tot hen: Vrede zij u! En na deze woorden toonde Hij hun zijn handen en zijde. De leerlingen verheugden zich bij het zien van den Heer. Nogmaals zeide Hij hun: Vrede zij u! Zoals de Vader Mij heeft gezonden, zo zend Ik u. en toen Hij dit had gezegd, blies Hij over hen, en sprak: Ontvangt den Heiligen Geest. Wier zonden gij vergeeft, hun zijn ze vergeven; wier zonden gij behoudt, hun zijn ze behouden. Thomas, een van de twaalf, ook Dídymus genaamd, was echter niet bij hen, toen Jezus kwam. De andere leerlingen zeiden hem dus: We hebben den Heer gezien. Maar hij zei hun: Zo ik in zijn handen de wonden der nagelen niet zie, en mijn vinger niet leg in de plaats van de nagelen, en mijn hand niet in zijn zijde steek, dan geloof ik het niet. Acht dagen later waren zijn leerlingen weer daarbinnen bijeen, en ook Thomas was er bij. Terwijl de deuren gesloten waren, kwam Jezus binnen, plaatste Zich in hun midden, en zeide: Vrede zij u! Daarna sprak Hij tot Thomas: Leg uw vinger hier, en bezie mijn handen; steek uw hand uit, en leg ze in mijn zijde; en wees niet ongelovig, maar gelovig. Thomas gaf Hem ten antwoord: Mijn Heer en mijn God! Jezus sprak tot hem: Gelooft ge, omdat ge Mij hebt gezien? Zalig zij, die niet zien, en toch geloven. Nog veel andere wonderen heeft Jezus in tegenwoordigheid van de leerlingen verricht, die in dit boek niet zijn beschreven. Maar deze zijn opgetekend, opdat gij geloven moogt, dat Jezus de Christus is, de Zoon van God; en opdat gij, door te geloven, het leven moogt hebben in zijn naam. Les uit de Brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Galaten (4: 22-31)
Er staat toch geschreven, dat Abraham twee zonen had, één bij de slavin, en één bij de vrije vrouw; maar de zoon der slavin was verwekt naar het vlees, doch die van de vrije vrouw uit kracht der Belofte. Deze dingen hebben een zinnebeeldige betekenis. Want de twee vrouwen verbeelden tweeërlei verbond. Het éne, dat van de berg Sinaï, brengt slavenkinderen voort, en dat is Hagar; want de berg Sinaï ligt in Arabië, en Hagar is het beeld van het hedendaags Jeruzalem; want deze stad ligt in slavernij met haar kinderen. Maar het Jeruzalem uit den hoge is vrij, en dat is ónze moeder. Want er staat geschreven: “Jubel onvruchtbare, die niet baart; Breek uit in gejuich, die geen barensnood kent. Want talrijker zijn de kinderen der verlatene dan van haar, die aan een man is gehuwd.” Welnu, broeders, gij zijt als Isaäk, kinderen der Belofte. Maar zoals eertijds hij, die naar het vlees was verwekt, hem ging vervolgen, die verwekt was naar de geest, zo gebeurt het ook thans. Maar wat zegt de Schrift? “Jaag weg de slavin met haar zoon; want de zoon der slavin zal niet meeërven met den zoon der vrije vrouw.” Broeders, we zijn dus geen slavenkinderen, maar kinderen der vrije vrouw! Het Heilig Evangelie volgens Johannes (6: 1-15) Daarna begaf Jezus Zich naar de overkant van het meer van Galilea of van Tibérias. Een grote schare volgde Hem, omdat ze de wonderen hadden gezien, die Hij voor de zieken verricht had. En Jezus besteeg het gebergte, en zette Zich daar met zijn leerlingen neer. Het was kort voor Pasen, het feest van de Joden. Toen Jezus nu de ogen opsloeg, en een talrijke menigte tot Zich zag komen, sprak Hij tot Filippus: Waar zullen we brood kopen, zodat ze kunnen eten? Dit zeide Hij echter, om hem op de proef te stellen; want zelf wist Hij goed, wat Hij doen zou. Fillipus antwoordde Hem: Voor tweehonderd tienlingen brood is niet genoeg, als ieder van hen een stukje krijgt. Een zijner leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zeide tot Hem: Hier is een jongen, die vijf gerstebroden heeft en twee vissen; maar wat betekent dat voor zo velen? Jezus sprak: Laat de mensen gaan zitten. Er stond nu veel gras op die plaats. Ze gingen dus zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen. Nu nam Jezus de broden, sprak een dankgebed uit, en deelde ze rond aan hen die daar zaten; zo ook van de vissen, zoveel ze wilden. En toen waren verzadigd, zeide Hij tot zijn leerlingen: Verzamelt de overgeschoten brokken, opdat er niets verloren gaat. Zij verzamelden ze dus, en vulden twaalf korven met de brokken der vijf gerstebroden, die na het eten waren overgebleven. Bij het zien van het teken, dat Jezus gewrocht had, zeiden de mensen: Deze is waarlijk de profeet, die in de wereld moet komen! Daar nu Jezus voorzag, dat ze Hem zouden meevoeren, om Hem tot koning uit te roepen, trok Hij Zich heel alleen weer in het gebergte terug. Les uit de brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Romeinen (12: 6-16)
Welnu, we hebben verschillende gaven overeenkomstig de genade, die ons geschonken is: is het een profetie, men houde zich aan de maat des geloofs; is het een bediening, men houde zich aan de bediening; wie leraar is, houde zich aan het onderricht; wie vermaant, houde zich aan de vermaning; wie uitdeelt, doe het in eenvoud; wie vóórzit, doe het met ijver; wie barmhartigheid beoefent, doe het blijmoedig. De liefde zij ongeveinsd; verfoeit het kwaad, blijft gehecht aan het goede! Hebt in broedermin elkander hartelijk lief, acht elkander hoger dan uzelf; weest onverdroten in ijver, vurig van geest in de dienst van den Heer. Weest blijde in de hoop, geduldig in het lijden, volhardend in het gebed; helpt de heiligen in hun noden, legt u op de gastvrijheid toe. Zegent hen, die u vervolgen, zegent ze, en vloekt ze niet. Weest blij met de blijden, weent met de wenenden; weest eensgezind onder elkander. Weest niet hooghartig, maar daalt tot de eenvoudigen af; wordt niet wijs in uw eigen oog. Het Heilig Evangelie volgens Johannes (2: 1-11) En de derde dag werd er een bruiloft gevoerd te Kana van Galilea. De moeder van Jezus was er tegenwoordig; ook Jezus en zijn leerlingen waren ter bruiloft uitgenodigd. En toen er gebrek kwam aan wijn, sprak de moeder van Jezus tot Hem: Ze hebben geen wijn meer. Maar Jezus zeide haar: Vrouw, wat is er tussen Mij en u? Nog is mijn uur niet gekomen. Zijn moeder sprak tot de bedienden: Doet, wat Hij u zeggen zal. Daar waren nu zes stenen kruiken, elk van twee of drie maten inhoud, die er voor de joodse reiniging waren geplaatst. Jezus zei hun: Vult de kruiken met water. Ze vulden ze tot boven toe. Toen sprak Hij tot hen: Schept er nu uit, en brengt het naar den hofmeester. Ze brachten het. Zodra nu de hofmeester van het water geproefd had, dat wijn was geworden, (hij wist niet, waar die vandaan kwam; maar de bedienden, die het water hadden geschept, wisten het wel), riep de hofmeester den bruidegom, en zeide tot hem: Iedereen schenkt eerst de goede wijn, en als men goed gedronken heeft, dan de mindere soort; maar gij hebt de goede wijn tot nu toe bewaard. Zo deed Jezus zijn eerste wonder te Kana van Galilea, en openbaarde Hij zijn heerlijkheid. En zijn leerlingen geloofden in Hem. Les uit de brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Kolossenzen (1: 12-20) Dat gij den Vader moogt danken, die u in staat heeft gesteld, om deel te nemen aan de erfenis der heiligen in het licht. Hij heeft ons uit de macht der duisternis bevrijd, en ons overgebracht naar het Rijk van zijn geliefden Zoon, door wien we de verlossing hebben verkregen, de vergiffenis der zonden. Deze is het Beeld van den onzichtbaren God, de Eerstgeborenen van gans de schepping. Want in Hem werd alles geschapen, wat in de hemel is en op de aarde, de zichtbare en onzichtbare dingen, Tronen, Heerschappijen, Overheden en Machten. Alles is geschapen door Hem en voor Hem; Hij is vóór alles, en alles bestaat in Hèm. Hij is ook het Hoofd van het Lichaam, de Kerk; Hij is het begin, de Eerstgeborene uit de doden, opdat Hij in alles de Eerste zou zijn. Want in Hem heeft de ganse volheid van God willen wonen, en door Hem alles met Zich willen verzoenen - alles, wat op aarde is en in de hemel - nadat Hij vrede had gebracht door het Bloed van zijn Kruis. Het Heilig Evangelie volgens Johannes (18: 33-37)
Nu ging Pilatus weer het rechthuis binnen, riep Jezus, en sprak tot Hem: Zijt Gij de koning der Joden? Jezus antwoordde: Zegt ge dit uit uzelf, of hebben anderen u dit van Mij gezegd? Pilatus antwoordde: Ben ik soms een Jood? Uw volk en de opperpriesters, hebben u aan mij overgeleverd. Wat hebt Gij gedaan? Jezus antwoordde: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld. Indien mijn koninkrijk van deze wereld was, dan zouden mijn dienaars zich te weer hebben gesteld, opdat Ik niet aan de joden werd overgeleverd; maar mijn koninkrijk is niet van hier. Pilatus zei Hem: Gij zijt dan toch Koning? Jezus antwoordde: Ge zegt het: Ik ben Koning. Ik ben geboren en in de wereld gekomen, juist om te getuigen voor de waarheid. Alwie uit de waarheid is, luistert naar mijn stem. |
Archieven
May 2022
Categorieën
All
|