Gebed tot de Heilige Engelbewaarder
Engel Gods, die mij bewaart,
Voor gevaren op dees aard. ‘k Ben verhinderd door mijn werk. Ga, gij, dus voor mij ter Kerk. Hoor voor mij de heilige mis, Die men thans aan ‘t offeren is. Draagt zich daar door priesterhand, Jezus op in de offerrand, Ga dan naast Zijn dienaar staan. Bied ook mij als offer aan. Dat mijn hart en ziel, God blijven toegewijd. Als de priester in de mis Aan de Consecratie is, En de lieve Jezus daar Voor hem ligt op het altaar, O, aanbid als Serafijn Ook den lieven Jezus mijn. Bidt voor elk die mij bemint, Op mij kwalijk is gezind. Bid voor hen die in dit uur Lijden in het vagevuur. Aan de Nutting, Engel zoet, Breng mij dan Zijn Vleesch en Bloed. Dat mijn hart Zijn tempel zij. Hij mij houd’ van zonden vrij; Bid tot aller zaligheid. Door dit offer, mij bereid. Sluit de priester met een kruis, breng mij dan den zegen thuis. |
Gebed tot de Heilige Engelbewaarder
Heilige Engel, die mij zo getrouw op mijn levenspaden vergezelt en mij door God tot beschermer en bewaarder zijt gegeven, welke dank zal ik U bewijzen voor uw trouw, uw liefde en de ontelbare weldaden, die gij mij hebt getoond? Talloze gevaren hebt gij van mij afgewend en een schat van genaden heeft uw voortdurend gebed van de Hemelse Vader voor mij verkregen.
Gij waakt bij mijn legerstede, wanneer ik slaap; gij troost mij in droefheid en beurt mij op in neerslachtigheid; gij houdt mij terug van zonde en wekt mij op tot het goede; wanneer ik gevallen ben, verdubbelt gij uw ijver en liefde om mij tot boetvaardigheid aan te sporen en mij met God te verzoenen. Reeds lang misschien was ik in de eeuwige afgronden neergeworpen, indien gij door uw gebeden Gods gramschap niet van mij had afgewend. O! Ik bid u, verlaat mij nimmer: troost mij in tegenspoed en leer mij nederig blijven, wanneer het mij welgaat. Bescherm mij in gevaren; sta mij bij in bekoringen, opdat ik nimmer bezwijk. Gewaardig U altijd mijn gebeden, mijn smekingen en al mijn goede werken aan God op te dragen en smeek de Almachtige, dat ik in zijn genade uit dit leven scheiden moge en het eeuwig leven deelachtig worde. Amen.
Gij waakt bij mijn legerstede, wanneer ik slaap; gij troost mij in droefheid en beurt mij op in neerslachtigheid; gij houdt mij terug van zonde en wekt mij op tot het goede; wanneer ik gevallen ben, verdubbelt gij uw ijver en liefde om mij tot boetvaardigheid aan te sporen en mij met God te verzoenen. Reeds lang misschien was ik in de eeuwige afgronden neergeworpen, indien gij door uw gebeden Gods gramschap niet van mij had afgewend. O! Ik bid u, verlaat mij nimmer: troost mij in tegenspoed en leer mij nederig blijven, wanneer het mij welgaat. Bescherm mij in gevaren; sta mij bij in bekoringen, opdat ik nimmer bezwijk. Gewaardig U altijd mijn gebeden, mijn smekingen en al mijn goede werken aan God op te dragen en smeek de Almachtige, dat ik in zijn genade uit dit leven scheiden moge en het eeuwig leven deelachtig worde. Amen.