Les uit de brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Romeinen (13: 11-14) Bovendien, gij weet, dat het tijd is, en dat het uur is geslagen, om op te staan uit de slaap; want thans is het heils ons meer nabij, dan toen we het geloof hebben omhelsd. De nacht is ver gevorderd, de dag breekt aan. Laat ons dus afleggen de werken der duisternis, en ons omgorden met de wapenen van het licht. Laat ons dus onberispelijk leven, zoals we dit doen op klaarlichte dag; niet in brasserij en dronkenschap, niet in ontucht en losbandigheid, niet in twist en ijverzucht. Maar omkleedt u met den Heer Jezus Christus, en vertroetelt het vlees niet tot begeerlijkheid. Het Heilig Evangelie volgens Lukas (21: 25-33)
En er zullen tekenen zijn in zon en maan en sterren, en op de aarde doodsangst onder de volken, radeloos door het donderend geweld van de zee en de golven. De mensen zullen verstijven van vrees en bange verwachting, van wat de wereld gaat overkomen; want de krachten der hemelen zullen worden geschokt. Dan zullen ze den Mensenzoon op en een wolk zien komen, met grote macht en majesteit. Welnu, wanneer dit alles een aanvang gaat nemen, blikt op dan, en heft uw hoofden omhoog; want uw verlossing is nabij. En hij stelde hun een gelijkenis voor: Ziet naar de vijgeboom en alle andere bomen; zodra gij ze ziet uitbotten, dan weet gij ook, dat de zomer nabij is. Zo ook, wanneer gij dit alles ziet, weet dan, dat het koninkrijk Gods nabij is. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht gaat niet voorbij, vóórdat dit alles is geschied. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.
0 Comments
Vandaag, 28 november 2021, start de Advent.
Door de zonde van Adam ging het mensdom gebukt onder een zondelast die God alleen kon wegnemen. Toen de eerste mensen uit het aards paradijs werden verdreven, droegen zij de verre belofte van de Verlosser met zich mee. Deze belofte is het antwoord op het heimwee van het menselijk hart. Daarom is de advent op de eerste plaats een tijd van vertrouwend uitzien naar Gods liefdevolle Barmhartigheid, die ons in Christus geopenbaard wordt. Deze naderende komst van de Verlosser beluisteren wij bij de profeten van het Oude Verbond, vooral bij Isaias. Steeds nader komt Christus; en wij horen de Heilige Johannes de Doper, de laatste der profeten, die tevens de Voorloper is van Christus. Maar de meest sprekende zekerheid geeft ons Maria, die in haar maagdelijk moederschap de draagster is van onze Verlosser. Door haar weten wij dat Christus nabij is. Maar de advent draagt ook een stemming van berouwvolle inkeer en boete (paars, geen orgelspel). Het is om onze zonden dat Christus mens wil worden en de zware schuldenlast dragen tot de hoogste verzoening op de Calvarie. In de advent beleven wij dus opnieuw met onze moeder de Heilige Kerk het eeuwenoude heimwee van de mensheid die vraagt om verlossing. Wij dragen ook in ons dat verlangen naar het hemels Jeruzalem, waar Christus de glorierijke overwinnaar zal zijn door Zijn menswording, offer en verrijzenis en ons tot deelgenoten zal maken van Zijn glorie. Daarom vragen wij in de advent de voortdurende wedergeboorte van Christus in ons door de genade. Les uit de brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Kolossenzen (1 : 9-14) Sinds we dit vernomen hebben, houden we dan ook niet op, voor u te bidden en te smeken: dat gij, in het bezit van allerlei wijsheid en geestlijk inzicht, tot de volledige kennis van zijn wil moogt geraken; dat gij daardoor een leven moogt leiden, den Heer waardig, en Hem in alles behagen; dat gij in ieder goed werk vruchten moogt dragen, en toenemen moogt in de kennis van God; dat gij door de macht zijner glorie moogt worden toegerust met alle kracht, om alles met blijdschap te verdragen en te verduren; dat gij den Vader moogt danken, die u in staat heeft gesteld, om deel te nemen aan de erfenis der heiligen in het licht. Hij heeft ons uit de macht der duisternis bevrijd, en ons overgebracht naar het Rijk van zijn geliefden Zoon. Door wien we de verlossing hebben verkregen, de vergiffenis der zonden. Het Heilig Evangelie volgens Matteüs (24: 15-35)
Wanneer gij dus de gruwel der ontheiliging, waarvan de profeet Daniël heeft gesproken, in de heilige plaats zult zien staan – die het leest, begrijp het! – laat hen, die in Judea zijn, dan naar de bergen vluchten; en wie op het dakterras is, dale niet af, om iets uit zijn huis mee te nemen; en wie op het veld is, kere niet terug, om zijn kleed te gaan halen. Wee in die dagen de zwangere en zogende vrouwen! Bidt toch, dat uw vlucht niet in de winter geschiedt, of op een sabbat. Want er zal grote ellende zijn, zoals er nog nooit is geweest van het begin der wereld af tot heden toe, en zoals er ook nooit meer zal zijn. En zo die dagen niet werden verkort, geen mens bleef behouden; maar om de uitverkorenen zullen die dagen worden verkort. Als dan iemand u zegt: Ziet, hier is de Christus, of ginds; gelooft het niet. Want er zal menig valse-christus opstaan, en tal van valse profeten. Ze zullen grote tekenen en wonderen verrichten, zodat, als het mogelijk was, ze zelfs de uitverkorenen zouden misleiden. Ziet, Ik heb het u voorspeld. Dus, als men u zegt: Ziet, hij is in de woestijn, gaat er niet heen; hij is in de binnenkamers, gelooft het niet. Want zoals de bliksem uitschiet van het oosten, en flitst tot het westen: zo zal ook de komst van den Mensenzoon zijn. En waar dan het aas ligt, daar zullen zich ook de gieren verzamelen. En terstond na de kwelling dier dagen zal de zon worden verduisterd, en de maan geen licht meer geven; de sterren zullen van de hemel vallen, en de krachten der hemelen zullen worden geschokt. Dan zal het teken van den Mensenzoon aan de hemel verschijnen; dan zullen alle geslachten der aarde jammeren, en den Mensenzoon op de wolken des hemels zien komen met grote macht en majesteit. Dan zal Hij zijn engelen zenden met luid schallende bazuinen; en ze zullen van de vier winstreken zijn uitverkorenen verzamelen, van het éné einde des hemels tot aan het andere. Leert van de vijgeboom deze gelijkenis: wanneer zijn tak al zacht is geworden en de bladeren al ontspruiten, dan weet gij, dat de zomer nabij is; zo ook wanneer gij dit alles ziet, weet dan, dat het dicht voor de deur staat. Voorwaar, Ik zeg u: Dit geslacht gaat niet voorbij, eer dit alles is geschied. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan. Les uit de brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Tessalonicenzen (1: 1. 2-10) Steeds danken we God voor u allen, zo dikwijls we u herdenken in onze gebeden. Zonder ophouden toch zijn we voor God, onzen Vader, uw werkdadig geloof indachtig, uw zwoegende liefde, uw geduldige hoop op onzen Heer Jezus Christus. Van God geliefde broeders, van uw uitverkiezing zijn we overtuigd. Want ons Evangelie is niet tot u gekomen door woord alleen, maar ook met kracht, met den Heiligen geest, en met grote beslistheid; gij weet toch nog wel, hoe we om uwentwil onder u zijn opgetreden. En gij, van uw kant, zijt navolgers geworden van ons en van den Heer, door onder veel wederwaardigheden met een blijdschap van den Heiligen geest het woord te aanvaarden; zodat gij een voorbeeld werd voor alle gelovigen in Macedonië en Achaja. Want door u kreeg het woord des Heren een goede naam, niet slechts in Macedonië en Achaja, maar in iedere plaats kwam uw geloof in God aan de dag. Ik had dus niet nodig, daarover te spreken; want uit eigen beweging vertelde men van ons: hoe wij onder u zijn opgetreden; en hoe gij u van de afgoden tot God hebt bekeerd, om den levenden en waarachtigen God te dienen, en om uit de hemel zijn Zoon te verwachten, dien Hij van de doden heeft opgewekt: Jezus, die ons verlost van de komende Toorn. Het Heilig Evangelie volgens Matteüs (13: 31-35)
Een andere gelijkenis stelde Hij hun voor, en sprak: Het rijk der hemelen is gelijk aan een mosterdzaadje, dat iemand op zijn akker zaaide. Het is wel het kleinste van alle zaden, maar als het is opgewassen is het groter dan het tuingewas, en wordt het een boom, zodat de vogels in de lucht in zijn takken komen nestelen. Nog een andere gelijkenis sprak Hij tot hen: Het rijk der hemelen is gelijk aan zuurdeeg, dat een vrouw onder drie maten meel mengde, totdat het meel geheel was gegist. Dit alles zeide Jezus tot de menigte in gelijkenissen, en zonder gelijkenis sprak Hij hun niet toe; opdat vervuld zou worden, wat door den profeet was voorzegd: "Ik zal mijn mond openen in gelijkenissen, en openbaren, wat verborgen was van de grondvesting der wereld af." Les uit de brief van de Heilige Apostel Paulus aan de Kolossenzen (3: 12-17) Bekleedt u dan, als Gods uitverkoren heiligen en geliefden, met innige barmhartigheid, met goedheid, ootmoet, zachtheid en lankmoedigheid. Weest verdraagzaam jegens elkander en vergeeft elkander, als gij over elkaar hebt te klagen; zoals de Heer ú heeft vergeven, zo moet ook gij het doen. Trekt over dit alles de liefde aan, die de band is der volmaaktheid. In uw harten heerse ook de vrede van Christus: want daartoe zijt gij tot één lichaam geroepen. Weest dankbaar bovendien! Moge Christus' woord in uw wonen in rijke overvloed! Leert en vermaant elkander met allerlei wijsheid! Looft God in uw harten op lieflijke wijze, met psalmen, gezangen en geestelijke liederen. En al wat gij doet, door woord of door daad, doet het in de naam van Jezus, den Heer, en betuigt dan door Hem aan God den Vader uw dank! Het Heilig Evangelie volgens Matteüs (13: 24-30)
Een andere gelijkenis stelde Hij hun voor, en Hij sprak: Het rijk der hemelen is gelijk aan een man, die goed zaad op zijn akker zaaide. Maar terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid onder de tarwe, en ging heen. Toen nu het graan was opgeschoten en vrucht had gezet, vertoonde zich ook het onkruid. Nu kwamen de dienaars van den heer des huizes, en zeiden: Heer, hebt ge geen goed zaad op uw akker gezaaid; waar komt dan het onkruid vandaan? Hij zei hun: Een vijandig mens heeft dit gedaan. De dienaars zeiden tot hem: Wilt ge dus, dat we het gaan uitwieden? Maar hij antwoordde: Neen; want bij het uitwieden van het onkruid, zoudt gij ook de tarwe kunnen uittrekken. Laat beide opgroeien tot de oogst; in de oogsttijd zal ik tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst het onkruid en bindt het in bussels, om te verbranden, maar brengt de tarwe in mijn schuur. Vandaag (1 november) is het hoogfeest van Allerheiligen.
Allerheiligen heeft een zeer diepe betekenis, omdat het ons wijst op de voltooiing van het verlossingswerk van Christus in zijn ledematen. Het is voor ons een feest van vertrouwen door het voorbeeld van de heiligen, die, mensen zoals wij, de weg van Christus hebben gevolgd tot het einde. Het is voor ons een feest van fierheid en zekerheid, omdat wij weten dat de eeuwige glorie het einddoel is van al het menselijk streven en dat niets ons hart volkomen kan bevredigen dan alleen God, want God heeft ons voor zich geschapen (Sint-Augustinus). Op het einde van het kerkelijk jaar moet dit feest ons doen nadenken over de zin van het leven; Christus geeft daarvan de diepe houding weer in het evangelie over de acht zaligheden, die hun bekroning vinden in zijn jubelende belofte: "Verheugt en verblijdt u, want overvloedig is uw loon in de hemel!". |
Archieven
May 2022
Categorieën
All
|